De zomer is voorbij en nu is de trein echt op stoom. Verzekering, belasting, makelaar, inentingen, verhuisbedrijf, energielabel; elke dag is er wel iets wat gedaan moet worden. Of eigenlijk, wat vóór ons gedaan moet worden. Veel wordt namelijk door tussenpersonen geregeld: wij moeten vooral zeggen wat we willen en documenten aanleveren. Toch is het best een klus. Inmiddels staan de scans van onze Koreaanse pasfoto’s, de paspoorten, de geboortebewijzen van de kinderen en onze huwelijksakte netjes samen in een computermapje klaar om voor de zoveelste keer bij iemand ingediend te worden.
De school is tot nog toe de grootste hobbel. Eerst het kiezen welke school: het wordt KIS, een Amerikaanse internationale school. Dan de inschrijving. De rapporten moeten in het Engels, de docenten Wiskunde en Engels moeten een anonieme vragenlijst invullen, er moet bewijs komen van het pluswerk dat ze hebben gedaan. We hebben hiervoor hulp van allerlei docenten en afdelingsleiders nodig. Hun oude basisschool en hun middelbare school gonzen ervan, het nieuws zingt rond: inmiddels weet iedereen dat we gaan.
En dan is er nog de verplichte ISEE-test. Een soort Amerikaanse cito-achtige test om het niveau in wiskunde en Engels te bepalen. Kan online, maar wij hebben liever een rustig studielokaal, dus moeten we naar Amsterdam. Of toch niet, want dan lukt het niet om beide kinderen op dezelfde dag in te plannen. Lang verhaal kort: in november staat er nu een weekend Luxemburg op onze agenda. Een middag testen, de rest van de tijd relaxen. Ook leuk.
Ondertussen dendert de trein voort. Na school is het tijd voor het volgende project, ons huis in Nederland. De schilder komt morgen en de jacht op een huurder voor twee jaar wordt binnenkort geopend.